Missie
Vanuit gelijkwaardigheid verbindend samenwerken met leerkrachten en scholen, hen ondersteunen om kinderen met specifieke onderwijsbehoeften de kans te geven ten volle te kunnen participeren aan het regulier onderwijs.
Krachtlijnen Katholiek Onderwijs Vlaanderen
Ondersteunen doen we steeds vanuit de krachtlijnen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen
(zie nieuwsbrief Katholiek Onderwijs Vlaanderen, 2 mei 2019).
Leerling-, leraar-, en teamgerichte ondersteuning
Elke ondersteuningsvraag vertrekt vanuit een leerling, maar de ondersteuning richt zich op de leerling, de leraar en het team. De aard en de intensiteit van de onderwijsbehoefte bepaalt mee de inzet op leerling-, leraar- en teamgerichte ondersteuning. De school van gewoon onderwijs, de ouders van de betrokken leerling(en) en het ondersteuningsnetwerk of de ondersteunende school voor buitengewoon onderwijs overleggen daarover.
Flexibele inzet van de ondersteuning naar duur, volume en vereiste competenties
Ondersteuning is flexibel en op maat. Op basis van de ondersteuningsvraag wordt bekeken welke ondersteuning geboden kan worden naar duur, hoeveelheid, intensiteit en vereiste competenties.
Dat gebeurt steeds in overleg tussen de school gewoon onderwijs, de ouders en het ondersteuningsnetwerk of de ondersteunende buo-school/-scholen.
Flexibiliteit in duur:
de periode waarin ondersteuning door ondersteuners wordt voorzien is flexibel, alsook het moment waarop een ondersteuning start. Voor leerlingen met een (gemotiveerd) verslag die nu reeds gekend zijn, en waarvan men weet dat de ondersteuning volgend schooljaar verder gaat, start de gekozen buo-school de ondersteuning op in september.
Ondersteuning duurt “zo lang als nodig en niet langer dan nodig”: eens de ondersteuning is opgestart, zal regelmatig overlegd worden om te bekijken of verdere ondersteuning nodig blijft, steeds in verhouding tot wat de school in fase 0 en 1 reeds doet.
Flexibiliteit in hoeveelheid of intensiteit:
het aantal keren en/of uren waarin binnen een bepaalde periode in ondersteuning wordt voorzien. Ondersteuning kan op verschillende momenten in het schooljaar worden aangevraagd, kan worden onderbroken en later opnieuw worden opgestart. Je hoeft geen nieuwe ondersteuningsvraag te stellen aan het zorgloket zolang er geen nieuw of gewijzigd (gemotiveerd) verslag is.
Flexibiliteit in aard en inzet van competenties:
flexibiliteit in de gerichtheid (leerling, leraar, school, zie hoger); flexibiliteit in de aanpak van de ondersteuner (wat de ondersteuner precies doet, welke werkvormen ingezet worden bij ondersteuning); flexibiliteit in de competenties die bij de ondersteuning worden ingezet.
Vanuit gelijkwaardigheid verbindend samenwerken met leerkrachten en scholen, hen ondersteunen om kinderen met specifieke onderwijsbehoeften de kans te geven ten volle te kunnen participeren aan het regulier onderwijs.
Krachtlijnen Katholiek Onderwijs Vlaanderen
Ondersteunen doen we steeds vanuit de krachtlijnen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen
(zie nieuwsbrief Katholiek Onderwijs Vlaanderen, 2 mei 2019).
Leerling-, leraar-, en teamgerichte ondersteuning
Elke ondersteuningsvraag vertrekt vanuit een leerling, maar de ondersteuning richt zich op de leerling, de leraar en het team. De aard en de intensiteit van de onderwijsbehoefte bepaalt mee de inzet op leerling-, leraar- en teamgerichte ondersteuning. De school van gewoon onderwijs, de ouders van de betrokken leerling(en) en het ondersteuningsnetwerk of de ondersteunende school voor buitengewoon onderwijs overleggen daarover.
Flexibele inzet van de ondersteuning naar duur, volume en vereiste competenties
Ondersteuning is flexibel en op maat. Op basis van de ondersteuningsvraag wordt bekeken welke ondersteuning geboden kan worden naar duur, hoeveelheid, intensiteit en vereiste competenties.
Dat gebeurt steeds in overleg tussen de school gewoon onderwijs, de ouders en het ondersteuningsnetwerk of de ondersteunende buo-school/-scholen.
Flexibiliteit in duur:
de periode waarin ondersteuning door ondersteuners wordt voorzien is flexibel, alsook het moment waarop een ondersteuning start. Voor leerlingen met een (gemotiveerd) verslag die nu reeds gekend zijn, en waarvan men weet dat de ondersteuning volgend schooljaar verder gaat, start de gekozen buo-school de ondersteuning op in september.
Ondersteuning duurt “zo lang als nodig en niet langer dan nodig”: eens de ondersteuning is opgestart, zal regelmatig overlegd worden om te bekijken of verdere ondersteuning nodig blijft, steeds in verhouding tot wat de school in fase 0 en 1 reeds doet.
Flexibiliteit in hoeveelheid of intensiteit:
het aantal keren en/of uren waarin binnen een bepaalde periode in ondersteuning wordt voorzien. Ondersteuning kan op verschillende momenten in het schooljaar worden aangevraagd, kan worden onderbroken en later opnieuw worden opgestart. Je hoeft geen nieuwe ondersteuningsvraag te stellen aan het zorgloket zolang er geen nieuw of gewijzigd (gemotiveerd) verslag is.
Flexibiliteit in aard en inzet van competenties:
flexibiliteit in de gerichtheid (leerling, leraar, school, zie hoger); flexibiliteit in de aanpak van de ondersteuner (wat de ondersteuner precies doet, welke werkvormen ingezet worden bij ondersteuning); flexibiliteit in de competenties die bij de ondersteuning worden ingezet.
Ondersteuningsnetwerk Waas & Dender Grote Baan 276 bus 2, 9250 Waasmunster www.deaccolade.be 09/346 90 08 |